Overnachten op het strand.

Vanmorgen hebben we afscheid genomen van de alleraardigste eigenaren van de camping waar we de afgelopen twee nachten gestaan hebben. De reis gaat verder naar het Noorden. We zijn voor het eerst in Denemarken en onze ideeën over dit land moeten we echt bijstellen. Het is geen vlak land zoals Nederland. Vandaag zijn we door een heel divers landschap gereden met heuvels en meren en bossen. Verder is Denemarken een heel schoon land met aardige, relaxte mensen, ook als ze in een auto rijden.

We komen door het merengebied en sommige meren zijn enorm groot, zoiets als het IJsselmeer in Nederland. Over een lange brug komen we aan de overkant.

We maken vandaag een lange rit van tweehonderdtwintig kilometer naar het kustplaatsje Blokhus. In Blokhus is een lang en breed strand waar je met de camper op mag rijden en waar ook campers overnachten op het strand en dat willen we graag een keer meemaken. Officieel mag het niet, maar het wordt gedoogd. Als we aankomen staan er al een paar campers. We parkeren iets verderop en maken een strandwandeling. Het is koud en er staat een stevige wind.

We wandelen ook even het plaatsje in. Er ligt een Engelse zeemijn die is gevonden op het strand. Verder zijn er heel veel kledingwinkels en natuurlijk horeca. Een echt toeristisch plaatsje. Er staan wel veel huizen te koop en ik maak een foto van het te koop bord om op internet de prijzen op te zoeken. In Deense Kronen kosten ze miljoenen en in Euro’s komt dat neer op bedragen tussen de vier en negen ton. Best veel voor een vakantie optrekje aan zee.

Als we het strand weer oplopen staat er nog maar één camper naast de onze en het zijn Nederlanders. De mevrouw komt bezorgd naar ons toe gelopen om te vragen of wij hier hebben overnacht. Nee, het is voor ons ook de eerste keer, maar we gaan het wel doen zeg ik. Dan blijven wij ook zegt ze. Gelukkig komen er ‘s avonds meer campers bij en uiteindelijk staan er vijf campers. Door het voorraam kijken we over de zee en we zien hoe het langzaam donker wordt.